Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De [1]ouderlingen, die onder u zijn, vermaan ik, die [2]een medeouderling, en getuige des lijdens van Christus ben, en [3]deelachtig der heerlijkheid, die geopenbaard zal worden: 1. Dat is, de leraars en herders der gemeente; gelijk Titus 1:5. 2. Namelijk nevens u. Petrus verheft zich dan niet boven allen, als een hoofd van alle leraars. 3. Dit kan verstaan worden van de hoop des apostels gelijk ook van alle gelovigen, Rom.8:24; of ook van de bijzondere aanschouwing, die hem van Christus' heerlijkheid vertoond is geweest met de twee andere apostelen op den berg, Matth.17:1; 2 Petr.1:16,17,18, welke hiernamaals voor de gehele wereld volkomen zal geopenbaard worden; 1 Joh.3:2.